De overexcitabilities bij hoogbegaafde kinderen kent verschillende vormen en uitingen. Wat betekent dan een overexcitability? Ouders van hoogbegaafde kinderen herkennen het vaak wel: de intensiteit waarmee iets gaat.
Vaak zijn het ook de dingen waarop de omgeving reageert met het woordje “te” ervoor (te druk, te emotioneel, te gevoelig etc.).
De poolse psycholoog Professor Dabrowksi beschreef 5 gebieden waarop deze intensiteit tot uiting kan komen.
Bij hoogbegaafde kinderen, die alles intenser beleven, kun je dat op 1 of meerdere van deze gebieden herkennen. Wanneer een hoogbegaafd kind lekker in zijn vel zit, kan hij deze overexcitability gebruiken in zijn voordeel. Als zijn kwaliteit dus. Dit is waar hij goed in is en waar hij in kan uitblinken.
Wanneer een hoogbegaafd kind zich gespannen, gestrest voelt en niet lekker in zijn vel zit, kan deze kwaliteit door slaan. Dan zie je dus ook ander gedrag. Hieronder benoem ik per ‘overexcitability’ wat de kwaliteiten zijn én wat er kan gebeuren wanneer jouw kind niet lekker in zijn vel zit.
Het gaat om de volgende 5 gebieden:
Psychomotorische overexcitability
Hoogbegaafde kinderen met een psychomotorische overexcitability bewegen graag. Ze bewegen graag continu. Dit is dus ook direct hun kwaliteit. Een hoogbegaafd kind met een psychomotorische overexcitability kan vaak goed inschatten hoe hoog hij kan klimmen, hij klimt graag over hekken, houdt van rennen, springen, dansen etc. De psychomotorische overexcitability kan zich op allerlei ‘beweeg manieren’ uiten. Een kind wil bijvoorbeeld graag bezig zijn, kan snel praten, is gedreven, competitief en kan van enthousiasme opgewondenheid laten zien.
De voorkeur voor het bewegen kan lastig zijn in de klas. In de klas wordt vaak van het kind verwacht om stil te zitten en te luisteren. Voor een hoogbegaafd kind met een psychomotorische overexcitability kan dit een behoorlijke uitdaging zijn.
En voor je het weet, krijgt jouw kind hierdoor allerlei opmerkingen/ meningen over zich heen omdat het niet ‘passend’ is voor het onderwijs om veel te bewegen.
We leven (helaas) nog in een maatschappij met een schoolsysteem dat gericht is op stil zitten, luisteren en reproduceren.
Gelukkig zie ik ook veel initiatieven van scholen die al meer aan beweging doen.
Beweging zorgt er namelijk ook voor dat je lekker in je vel komt te zitten, je gaat even “uit” je hoofd en ‘in je lijf’ (iets wat bij veel hoogbegaafde kinderen niet snel gebeurt, want een hoogbegaafd kind zit altijd lekker in zijn hoofd. Het hoofd staat nooit stil).
Wanneer een hoogbegaafd kind met een voorkeur voor psychomotorische overexcitability veel spanning of druk ervaart, is zijn eerste neiging om te gaan bewegen. Wat je ook kunt zien is: overdreven veel praten, de clown uithangen, zenuwachtig gedrag (nagelbijten bijvoorbeeld), impulsieve acties.
Dit is een reactie op de opgebouwde spanning en via beweging zorgt het hoogbegaafde kind voor het ‘ontladen’ van deze spanning. Het is dus noodzakelijk voor het kind om de opgebouwde spanning los te kunnen laten om zich vervolgens weer te kunnen focussen op het leren.
Bij hoogbegaafde kinderen met een voorkeur voor psychomotorische overexcitability ontstaat vaak, onterecht, het vermoeden van ADHD.
Zintuiglijke overexcitability
Hoogbegaafde kinderen met een zintuiglijke overexcitability is één van de meest voorkomende overexcitabilities bij hoogbegaafde kinderen. Het gaat hierbij om de naadjes in de sokken, de schoenen die niet lekker zitten, de labeltjes in de kleding. Een hoogbegaafd kind met een zintuiglijke overexcitability krijgt veel prikkels via de zintuigen binnen. Dit kan zijn op het gebied van: ruiken, zien, horen, proeven, voelen (zowel voelen op het lichaam als gevoelens van zichzelf en anderen).
Je ziet vaak dat hoogbegaafde (en hooggevoelige kinderen) kinderen op 1 of 2 van de zintuigen extra kan overprikkelen. Een hoogbegaafd kind wat snel schrikt van plotselinge harde geluiden doet bijvoorbeeld zijn oren over zijn hoofd. Een hoogbegaafd kind wat veel details ziet of niet tegen fel licht kan, kan bijvoorbeeld zijn handen voor zijn ogen doen of een zonnebril dragen.
De zintuiglijke overexcitability kan jouw kind ook inzetten als kwaliteit. Een hoogbegaafd kind met een zintuiglijke overexcitability kan bijvoorbeeld intens genieten van de natuur, van de bloemetjes die groeien, van de aandacht van/ met dieren, van mooie muziek, van mooie vormen, van mooie kleuren, lekker eten, van lekker zittende kleding (of juist van géén kleding en lekker op blote voeten lopen).
Wanneer een hoogbegaafd kind met een zintuiglijke overexcitability niet lekker in zijn vel zit en spanning ervaart, kun je ook zien dat álles te veel is.
Het kind kan dan geen licht, geluid of niet lekker zittende kleding meer verdragen. Het ‘brokje” groente wat dan te groot/ te dik/ te pittig is, kan dan al teveel zijn. Jouw kind wil dan niet meer eten (of wil juist vooral ‘ongezond’ eten).
Hoogbegaafde kinderen met een zintuiglijke overexcitability worden vaak “te overgevoelig” genoemd.
Comments